De Draad van Gerrit Vignero

Gerrit Vignero spreekt van drie vormen van stressregulatie binnen zijn model van de Draad, het verbindend werken met cliënten met probleemgedrag. De autoregulatie drijft op oerinstincten, regulatie kan met hulp van hechtingsfiguren en zelfregulatie bereik je als je jouw mensenbrein aanspreekt.

Autoregulatie

Bij autoregulatie word stress gereguleerd vanuit het stressbrein. Hier gaat het over overlevingsprocessen: vechten, vluchten, bevriezen. De omgeving ziet dit als probleemgedrag. Maar eigenlijk is het een vorm van zelfbeschermend gedrag bij clienten met een laag sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau.

Regulatie door de hechtingsfiguur

Op basis van levenservaringen wordt stress gereguleerd door in relatie te gaan met een hechtingsfiguur. Door in verbinding te gaan met de belangrijke andere die helpt om stress te reguleren.

Bij trauma en onveilige hechting zijn die levenservaringen negatief gekleurd waardoor deze vorm van regulatie bij deze cliënten niet evident is. Ze vallen dan ook vaak terug op autoregulatie.

Zelfregulatie

Pas in een verdere ontwikkelingfase kan je stress reguleren vanuit het denkend brein (mensenbrein). Je kan spreken en denken over wat nodig is om je stress te reguleren.

Een valkuil is overschatting. Begeleiders moedigen cliënten te snel aan tot zelfregulatie en gaan er van uit dat een babbeltje of een goed gesprek helpt om te reguleren. Dit kan pas wanneer de cliënt terug binnen zijn raampje is én op voorwaarde dat de cliënt deze ontwikkelingsfase bereikt heeft.

De voornaamste taak van de begeleider van kinderen en jongeren met een laag sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau zit hem in het vorm geven aan de emotie.